U bent hier
Digitivalva arnicella (von Heyden, 1863)
De witte rups heeft een lichtbruine kop, de anale plaat is zwart evenals de in twee gedeelde prothoracale plaat.
De rupsen maken smalle bleekgroene gangmijnen die zich later wel verbreden. Er zijn ook vertakkingen in de gangen doordat de rups niet alleen voor zich uit eet maar ook naast zich. Het zwarte frass ligt min of meer centraal in de latere blaasmijn. In de dunne mijntjes in het najaar ligt het frass eerder tegen de kant geconcentreerd wat het doet lijken op een vliegenmijn. De rups verlaat de mijn regelmatig om ergens anders een nieuwe mijn te starten.
- Deze soort is heel zeldzaam in ons land, mede omdat ook valkruid zeer zeldzaam is in België. Valkruid of Arnica montana komt vooral voor in Luik en Luxemburg.
- Was enkel gekend van een oude waarneming van voor 1980 in Luxemburg maar werd in 2018 opnieuw gevonden na hele lange afwezigheid in de provincie Luik.
- Tijdens de verlengde excursie van de Bladmijnenwerkgroep in het najaar van 2018 werden te Amel ~ Vallée de l'Emmels verschillende jonge mijnen en één verlaten oude mijn aangetroffen in een natuurgebied dat onder de vleugels ligt van Natagora. Het is de eerste melding in vele jaren van deze soort. Er waren oudere waarnemingen van voor 1980 maar dan enkel in de provincie Luxemburg.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort ontbreekt niet alleen op het Iberisch en het Balkan schiereiland maar ook in Groot-Brittannië en Ierland. Er zijn ook nog geen gegevens uit grote delen van Noord-Oost Europa. Ook in Luxemburg werd de soort nog nooit waargenomen.
De rupsen zijn te vinden van de herfst tot in mei.
