U bent hier
Tischeria dodonaea Stainton, 1858
Het ei wordt afgezet aan de bovenkant van het blad.
De rups maakt een relatief kleine, roodbruine mijn aan de bovenkant van het blad. Deze mijn bevat enkele boogvormige, concentrische lijntjes rond de plaats waar het ei werd afgezet. Deze plaats is dikwijls donker bruin gekleurd.
De rups spint een cocon in de mijn op de plaats waar die begonnen is en verbreedt die tot een kleine, ronde verpoppingskamer waarin ze verpopt.
- Komt ook nog op andere Quercus-soorten voor en zelfs op Castanea sativa.
- De mijn is gemakkelijk te herkennen aan de roodbruine kleur. Bij T. ekebladella is de mijn wit en bij T. decidua is de mijn eerder grijs (zie eerste foto gallerij mijn).
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
West-palaearctisch: verspreid over het grootste deel van Noord- en Centraal-Europa, van Groot-Brittannië in het westen tot de Kaukasus in het oosten en van Finland en Skandinavië in het noorden tot Zuid-Frankrijk en Griekenland in het zuiden.
De mijnen zijn te vinden vanaf einde augustus tot in het voorjaar. De rups opverwintert in de mijn en verpopt in de lente. De vlindertjes vliegen in mei-juni. In gunstige jaren kan een partiële tweede generatie optreden waarvan de vlindertjes in augustus rondvliegen.