U bent hier
Coptotriche heinemanni (Wocke, 1871)
Het eitje wordt afgezet aan de bovenkant van het blad.
Een redelijk grote, groenachtige blaasmijn aan de bovenkant van het blad. Als de rups volgroeid is kleurt de mijn bruin. De mijn wordt binnenin met zeer los spinsel bekleed zodat deze de kleur van het blad behoudt en niet erg krult. De frass wordt door een kleine opening langs onder uit de mijn verwijderd.
De volgroeide rups overwintert in de mijn en verpopt er ook in zonder een cocon te spinnen.
- Zeer zeldzaam. Slechts eenmaal in het zuiden van het land waargenomen.
- Na meer dan 20 jaar geen meldingen opnieuw gemeld uit het zuiden van ons land door de Werkgroep Bladmineerders (2019).
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
In vrijwel geheel Europa, maar overal zeldzaam en lokaal. Nog niet waargenomen in het G.H. Luxemburg.
De rups vindt men in het najaar, van september tot november; motjes in mei-juni.