U bent hier
Elachista poae Stainton, 1855
Het ei wordt aan de bladtop afgelegd.
De witgele rups heeft een bleekbruine kop. Dorsaal heeft ze een licht groengrijze schijn.
Van aan de bladtop loopt de mijn af naar beneden in een smalle gang die er bleekgroen uitziet en later roodbruin verkleurt. Het frass ligt onregelmatig verspreid.
De rups verpopt op de bovenkant van een blad. De pop zit onder een licht webje van draden die het blad lichtjes doen opkrullen.
- Deze soort is vooral te vinden aan de oevers van meren, sloten en traag stromende rivieren.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort ontbreekt volledig in het zuiden van Europa. De uiterste grens is Ierland - Roemenië. Verder noordelijk komt de soort wel voor tot in Finland en Zweden.
Deze soort leeft in twee generaties per jaar. Motjes vliegen van eind mei tot eind juni en terug vanaf eind augustus. Rupsen van deze soort zijn te vinden in de maand april en mei en terug in juli en augustus.