U bent hier
Leucoptera sinuella (Reutti, 1853)
De eieren worden meestal afgezet in een rijtje langs een nerf aan de bladbovenzijde.
De witte rups heeft een kop die iets donkerder is. Ze heeft ook na elk segment inkepingen.
De mijn is een grote roodbruine blaasmijn waarin meerdere rupsen kunnen zitten. Verlaten mijnen verkleuren vlug. Het frass ligt verspreid in de mijn.
De bleek geelbruine pop ligt in een witte cocon die onder een typisch webje wordt gesponnen.
- Meestal vrij grote mijnen doordat er meerdere rupsen per mijn aanwezig zijn.
- Opgelet! Door de grote gelijkenis in de mijnen met Heterarthrus ochropoda is deze soort niet altijd even makkelijk te onderscheiden daarvan.
- Een zeldzame soort in België.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort ontbreekt in de meeste landen van het Balkan schiereiland. Ook in Portugal en op de meeste eilanden van Europa.
Minerende rupsen zijn te vinden in de maand juni en juli en terug in september.