U bent hier
Coleophora trochilella (Duponchel, 1843)
Deze soort is mooi lichtbruin met bleke lengtelijnen. De voelsprieten zijn geringd tot bijna aan de top. De spanwijdte gaat van 10 mm tot 17 mm.
Het ei wordt afgezet onderaan een blad van de voedselplant.
De rups leeft in een buisvormige, lichtbruine zijden koker. Deze is ongeveer 10 mm lang, slank, buisvormig en is driekleppig. De mondhoek zit tussen de 45° en 60°. De kokers zijn bijna altijd aan de onderzijde van de waardplanten te vinden, maar kunnen soms ook bovenaan worden aangetroffen.
De rupsen maken veel spinsel daar waar de kokers vastgezet worden. Zo ontstaan er gaatjes met een opvallende witte rand.
De rupsen kunnen met hun koker vrij ver van de waardplant wegkruipen om te gaan verpoppen.
- De vlinder komt vooral voor op droge zandgronden.
- Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) en Bijvoet (Artemisia vulgaris) zijn de meest voorkomende waardplanten.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort is vrijwel in geheel Europa te vinden.
De rupsen zijn volgroeid in juni.
De imago's vliegen van eind juni tot midden augustus.
De kokers zijn dan terug te vinden van eind augustus en na overwintering tot juni.