U bent hier
Stigmella paradoxa (Frey, 1858)
Het ei wordt afgelegd aan de bladonderzijde dicht tegen de top van een bladlob.
De bleek groen-witte rups heeft een donkerbruine kop.
De mijn is een blaasmijn waar er geen begingang is. In het centrum van de mijn ligt het zwarte frass opgehoopt, dat frass wordt aan de bovenepidermis vastgemaakt waar de rups zich tijdens eetpauzes onder terugtrekt.
De mijnen zijn meestal te vinden in een bladlob.
De cocon is rood-bruin.
- Deze soort werd het eerst in ons land gevonden in 2011 door Jean-Yves Baugnée.
- Zeer zeldzame soort!
Deze soort is ontdekt in België eerst door Jean-Yves Baugnée te Agimont (Namen) op 08-06-2011. Kort daarna door de bladmijnenwerkgroep in Matagne-la-Grande (Henegouwen) op 25-06-2011. Sindsdien waren geen mijnen meer gevonden van deze zeldzame soort tot in 2017 opnieuw één mijn werd gevonden in Wavreille (Namen).
Komt verbreid voor in Europa maar nooit in grote aantallen. Is wel al gemeld uit Iran en Turkmenistan. Voor de Benelux is het nu voorlopig enkel België die de soort op de soortenlijst mag bijplaatsen. (verspreidingskaart)
In Noord-West Europa heeft de soort één generatie, hier zijn de mijnen te vinden in de maand juli. In het Zuid-Oosten twee generaties per jaar.